Literatuur
- Bruijn, M.W.J. de, Elfduizend maagden, de dode hand, een onderaardse gang en de pest, de vuile woorden van de turfvulsters en nog het een en ander. Typescript, Utrecht, ongepubliceerd, 1984. (Zie voor deze tekst: Abraham Dolesteeg; kaart 5 [1984.0400a] en verder)
- Klück, Bart, "Abraham Dolesteeg 10". In: Archeologische en Bouwhistorische Kroniek Gemeente Utrecht, 1984, blz. 48-55 (Hierin onder meer de onderaardse gang, die vanuit Abraham Dolesteeg 10, onder de steeg door, naar (de plaats van) Abraham Dolesteeg 9 liep. Deze gang gaf de zusters het Abraham Doleklooster toegang tot hun aan de andere kant van de steeg gebouwde pesthuis, zonder dat ze daarbij in de openbare ruimte kwamen. Op blz. 53 een foto van de trap in nr 10, terwijl bij het onderzoek van nr 9 (zie in deze kroniek blz. 47) de andere trap aangetoond was. "De gang zelf, met een totale lengte van niet meer dan 2,40 m., is geheel dichtgestort." Het archiefonderzoek van De Bruijn (1984) leverde het jaartal van de aankoop door het klooster op, van een aantal percelen aan de zuidzijde van de steeg: 1505. In 1602 verkoopt het klooster dit perceel, waarbij wordt bepaald "dat de nieuwe eigenaar de toegang in de tuin - van waar uit men onder de steeg door in het klooster kan komen - moet afsluiten en gesloten moet houden." )